In onze vaderlandse rensport kenden we twee belangrijke rennen voor 2- resp. 3-jarige renpaarden: Het Van Brienen Memoriaal en de Admiraal Togo-prijs. Naar wie zijn deze twee rennen eigenlijk vernoemd? We vonden het antwoord een artikeltje van auteur Joost S.H. Gieskes over "M.M. Barones van Brienen van de Groote Lindt; haar paarden en honden", dat we hebben aangevuld met nog wat interessante informatie uit de wikipedia.
Baron Van Brienen
Arnoud Nicolaas Justinus Maria, baron van Brienen van de Groote Lindt (1839-1903) was lid van een adelijke familie van kooplui, notabelen en politici. Hij was eigenaar van landgoed Clingendael inclusief omliggende gronden. Hij was de vader van de ons welbekende Marguerite Mary barones van Brienen, beter bekend als freule Daisy, aan wie wij onder andere de Hollandse Tuin en de Japanse tuin op het Wassenaarse landgoed hebben te danken.
Boven: A.N.J.M. baron van Brienen van de Groote Lindt,
voorzitter van de Nederlandsche Harddraverij- en RenVereniging
van 1892 tot 1903. Staalgravure door E.A. Tilly, 1889
(ontleend aan M. van Doorn en C. Vaillant:
Clingendael, het huis, de tuinen, de bewoners. 's Gravenhage, 1982)
Boven: Baron Arnoud van Brienen op latere leeftijd.
(Foto uit "De Revue der Sporten")
Familie Van Brienen
(Volgens Wikipedia:) De familie Van Brienen was een familie, waarvan de leden sinds 1814 tot Nederlandse adel behoorde en die in 1974 uitstierf.
De stamreeks begint met de uit Amerfoort aflkomstige Antonie van Brienen, die in 1656 apotheker was in Rotterdam. Diens zoon vestigde zich als geneesheer in Leiden en zijn kleinzoon Wilhelmus (1697-1770) werd in 1732 Poorter van Amsterdam en de stichter van de Handelsfirma Willem van Brienen & zoon.
Een zoon van de laatste, Willem Joseph (1760-1838) werd op 23 oktober verheven tot Baron de l'Empire door keizer Napoleon, en werd op 9 december 1814 benoemd in de ridderschap van Holland. Op 12 januari 1825 volgde een verlening van de titel van Baron bij eerstgeboorte en op 26 oktober 1835 erkenning van de titel Baron op allen.
Een zoon van Willem Joseph, Willem Thierry Arnold Maria, was politicus, lid van de Eerste Kamer, kamerheer en kunstverzamelaar. Ook hij was puisant rijk en op hun landgoed Clingendael organiseerde hij grote feesten voor rijke, meestal adelijke gasten. Om hen gastvrij te kunnen ontvangen en laten logeren liet hij midden in Den Haag, aan het Lange Voorhout een stadskasteel bouwen, een privé-hotel. Later werd het verkocht en in gebruik genomen als publiek hotel. Vele wereldberoemde mensen hebben er sindsdien gelogeerd en het eerste Paarse kabinet is er gesmeed. U kent het wel, het bekende Hotel des Indes.
'Onze' Baron Van Brienen
Baron A.N.J.M. van Brienen is een zoon van laatstgenoemde Willem Thierry Arnold Maria, en was o.a. lid van de Raad van Voogdij over de toen nog jonge Koningin Wilhelmina. Hij was vooral
verknocht aan de rensport (de sport voor de toenmalige adel) en aan golf. Hij bezat een uitgebreide renstal. In Groenendaal legde hij (naast een golfbaan) in 1882 een ovalen ren-en drafbaan aan, in 1884 uitgebreid met een trainingsbaan. Kenmerkend voor de baan van Clingendael was volgens een artikel uit 1898 in de het blad ‘Nederlandse Sport’ het sfeerbeeld dat erg veel verschilde van andere renbanen in Nederland waar het er veel gemoedelijker aan toeging:
'Te Clingendaal daarentegen statige buigingen, eerbiedige salutaties, spreken op gedempte toon, liefst in het Fransch of Engelsch, prachtige toiletten, alles grand chique, zelfs de restauratie is grand chique ingericht, zoals nergens elders, en men betaalt daar dan ook grand chique prijzen. In één woord Clingendaal is het rendez-vous voor de elegante wereld’.
Rampjaar
Het jaar 1903 was een rampjaar voor de familie Van Brienen. Op 4 januari overleed plotseling de baron op een schip in de Middellandse Zee, op 64-jarige leeftijd. Op 18 augustus overleed zijn echtgenote.
Freule Daisy
De jongste, ongetrouwde dochter Marguerite Mary van onze Baron had de rensporthobby van haar vader overgenomen. Ze werd freule Daisy genoemd. Na het overlijden van haar vader viel het haar zwaar om de renbaan open te houden. Na 23 september 1903 bleef alleen nog de trainingsbaan in gebruik, die spoedig moest wijken voor de aanleg van een spoorlijn. Dat was voor de freule geen belemmering om in navolging van haar vader haar favoriete paardensport te continueren. Walter Joachim Jochems (1878-1947) , eveneens in het bezit van een grote renstal, legde namelijk in 1906 een nieuwe renbaan aan, het tegenwoordige Duindigt.
Uit een niet eens zo’n diepgaand onderzoek in het blad ‘De ‘Nederlandse Sport’ van 1907 tot 1911 bleek dat de freule tal van paarden bezat. Een opsomming: Tonic, Simonette, Admiraal Togo, Ricordo, Sybarite, Dutch Fox, Batavia, Golden Coin, Dracula, California Cooky, Ava, Freestone, Enchanter, Lysistrata, Lannes, Belgrade, Lord Desmond, Sea Biscuit, The Cherub. Deze lijst is vast niet compleet, maar het is wel aardig om al die namen te lezen.
De kleding van de jockeys van de paarden van freule Daisy was een oranje buis, een paarse pet met gouden kwast, witte broek en zwarte laarzen. Een tweede kleur was oranje buis en oranje pet.
Boven: Freule Daisy Van Brienen rechts in gesprek
tijdens het concours hippique te Sorgvliet in 1906.
(tekening van Willy Sluiter, latere inkleuring door Joost Gieskes)
Boven: Freule Daisy Van Brienen, fokster en eigenaresse van
o.a. het beroemde renpaard Admiraal Togo.
(Foto uit "De Revue der Sporten, nov. 1910)
Boven: "The Paddocks", de trainingsstal van Freule Daisy Van Brienen in 1908.
Het lijkt erop dat zij zelf op het bordes staat.
(Foto uit "De Revue der Sporten van 22 jan. 1908)
Boven: Ava en jockey Perny na hun zege in de
Derby van 1910. Ava was in bezit van de freule.
Boven: Bekende paarden van Freule Van Brienen thuis bij "The Paddocks"
in 1908. De crack Admiraal Togo staat in 't midden. Boven Dracula,
beneden links Vandilo en rechts Tonic.
Admiraal Togo
De naam van het paard ‘Admiraal Togo’ heeft nog zeer lang voortgeleefd in de zogenaamde ‘Admiraal Togoprijs’ op Duindigt, een ren voor driejarige Volbloeds. De voshengst (later ruin), een inlands paard, gefokt uit Santoi en Delighted, werd geboren in 1904. Het was het meest succesvolle paard van de freule. Waarom de naam Togo werd gekozen blijft gissen. In die tijd was de Japanse admiraal Togo wereldwijd bekend, vooral omdat de admiraal in 1905 de Russische vloot wist te verslaan.
Togo kreeg zijn opleiding tot marineofficier in Groot- Brittannië. In 1906 werd hij door koning Edward VII benoemd tot ‘Member of the British Order of Merit’. Bij de dood van de sinds 1913 gepensioneerde admiraal in 1934 werd in de baai van Tokio een internationale vlootschouw gehouden waaraan ook Nederlandse oorlogsbodems deelnamen. Wie weet heeft freule Daisy Togo in Engeland ontmoet, of zij was een fan van hem!
Een persbericht uit die tijd meldt dat het renpaard Admiraal Togo veel prijzen won en op het eind van 1908 niet meer was te verslaan. In dat jaar werd Admiraal Togo bij Taylor in Engeland in training gegeven en hij is ook niet meer in Nederland teruggekeerd.
Najaar 1909 won dit superpaard de grootste Engelse najaarsren, de ‘Manchester November handicap' over 2400 meter, met als jockey F.Wootton. In paardensportkringen maar ook in de pers was men opgetogen over deze schitterende verrichting, een puur Nederlands paard nota bene!
Togo won nog een paar kleine rennen, maar verdween daarna toch in vergetelheid.
Tot nu toe echter weet iedereen uit de paardensportkringen nog steeds wie en wat de ruin ‘Admiraal Togo’ was!
Boven: Deze zwart-wit foto is ingekleurd en toont
de crack Admiraal Togo, met jockey G. Killick
in de kleuren van de baronesse Van Brienen.
De hengst/ruin was het beste Nederlandse renpaard
in het begin van de 20e eeuw.
Hondje Togo
Misschien uit nostalgische overwegingen had de freule ook een van haar hondjes de naam Togo gegeven. In het rijtje hondengrafjes op Clingendael prijkt het grafsteentje met de ontroerende tekst: ‘Togo, 1921 – 1935, heard nothing, saw nothing, knew everything’.
Vier jaar later zou de freule overlijden; zij rust in het familiegraf te Wassenaar.
In de rensport leeft de naam Van Brienen nog steeds voort, in de regelmatig gehouden race, geheten ‘Van Brienen Memorial’.
Bronnen:
Minkema, Durk, Draf- en renbanen in Nederland, Zeist 2004
De Nederlands Sport 1907-1911
Archief NDR Duindigt Wassenaar
Krantenarchieven 1908-1909.
Boven: De grafsteentjes van de honden van
de Barones van Brienen op het landgoed Groenendael.
Boven: De grafsteen van het hondje Togo.
Hij hoorde niets, zag niets, maar wist alles.
Landgoed Clingendael
Op de website van EETV (de Enige Echte Trim club Voorburg) vonden wij
het volgende over Landgoed Clingendael:
door Joost S.H. Gieskes
Geschiedenis
In de 16de eeuw stond er een boerderij in de clinge (duinvallei) waar nu Clingendael ligt. In 1591 kocht Philips Doublet de landerijen. Zijn kleinzoon Philips Doublet III brak de boerderij af, bouwde er een landhuis en legde onder invloed van de Franse classicistische tuinarchitectuur een tuin in barokstijl aan met veel buxushagen en symmetrische patronen. Het huis werd een centrum van kunst en cultuur. Zijn vrouw Suzanna en zijn schoonvader Constantijn Huygens speelden daarbij een belangrijke rol.
In 1804 kwam het landgoed in handen van W.J. baron van Brienen van de Groote Lindt. In 1839 werd aan het landgoed door diens zoon Arnoud het naastgelegen Oosterbeek toegevoegd, dat slechts door een bochtige gracht gescheiden is van Clingendael. Marguérite barones van Brienen, bijgenaamd Freule Daisy (Den Haag 1871-aldaar 1939), woonde er tot haar overlijden. In 1914 werd het huis verbouwd door de architect Johan Mutters en in 1915 uitgebreid door Co Brandes en J.Th. Wouters.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis bewoond door rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Hij liet de opstaande stenen bij de hondengraven platleggen omdat hij bang was dat zich er sluipschutters achter zouden verstoppen.
Na de oorlog trok baron Edgar Michiels van Verduynen er in met zijn echtgenote, Henriëtte Elisabeth baronesse Michiels van Verduynen-Jochems, vergezeld van Frederik van Tuyll van Serooskerken, een zoon van de barones uit haar eerste huwelijk. Vroeger woonde dit echtpaar op Landgoed Reigersbergen, dat in de oorlog werd verwoest. In 1953, een jaar na het overlijden van Michiels van Verduynen, werd het landgoed verkocht aan de gemeente Den Haag. Tot haar overlijden in 1968 mochten de barones en haar zoon op Clingendael blijven. Van Tuyll van Serooskerken ging daarna op Duindigt wonen, dat sedert twee eeuwen eigendom is van de familie Jochems.
De Krakers van Clingendael
Na het overlijden van de laatste van de bewoners heeft de gemeente Den Haag had 1969 via de nota 'Bot' opgesteld door L.J. Bot (P.S.P.) waarin het huis een functie in het recreatieve vlak zou krijgen. Een klein restaurant met een terras bij de vijver. Bovendien zou in het huis een voorlichting-studiecentrum komen. Nadat de plannen waren aangenomen ging de gemeente op zoek naar een huurder.
Ondanks die plannen stond Clingendael bijna zeven jaar leeg. En op 26 februari 1976 besloten 16 krakers bezit te nemen van het huis Clingendael om er op 25 maart van dat jaar weer uit te trekken. Dit is in de periode dat de anti kraakwet in het parlement behandeld werd.
Na de ontruiming besloot de gemeente om een aantal instellingen op het gebied van vrede en veiligheid onderdak te bieden op Clingendael. Na een grootscheepse verbouwing die in 1982 klaar was heeft Instituut Clingendael zich gevestigd.
Boven: Het herenhuis op langoed Clingendael.
Boven: De bordes trap met de Franse tuin.
Boven: De prachtige Japanse tuin van Clingendael,
aangelegd door Freule Daisy.
Verwante artikelen:
- In onze Fototheek staat een verhaal met foto's over de oude renbaan Clingendael en zijn eigenaar Baron Van Brienen. Click hier
- Admiraal Togo is opgenomen in de Hall of Fame der Volbloeds. Click hier
- Van 1905 t/m 1910 en van 1945 t/m 2007 is door 2-jarige renpaarden gestreden om het Van Brienen Memoriaal. Voor de winnaars en een aantal foto's: Click hier
|